Heb jij faalangst?
Klop even aan bij de leerlingbegeleiding en we kijken samen wat we kunnen doen op vlak van je denken, je voelen, je doen.
Ga je liever met jezelf aan de slag? Samen met je ouders en/of je leerkrachten? Of lees je liever eerst wat over faalangst voor je bij de leerlingbegeleiding aanklopt? Dan zijn dit alvast waardevolle documenten met tips:
Als leerling van de eerste graad kan dit een handig werkboekje zijn om als leidraad te gebruiken als je jezelf onder de loep neemt, alleen of samen met je ouders of de leerlingbegeleiding.
Faalangst is een angst om niet te voldoen aan de aan jezelf gestelde eisen of normen. Falen is een begrip dat voor iedereen anders is. Het hangt van de eigen normen en waarden af wanneer men iets als zodanig benoemd.
Er zijn 2 reacties mogelijk bij faalangst:
- actieve faalangst waarbij je extra inspanningen zal leveren om de situatie onder controle proberen te houden. Dit met wisselend succes.
- passieve faalangst waarbij je de inspanningen zal stopzetten door de taak te ontlopen/vermijden/ uit te stellen.
Er zijn 3 soorten faalangst:
- cognitieve faalangst heeft te maken met het schoolse leren, wanneer je bang bent om aan cognitieve taken en opdrachten te beginnen uit angst voor een negatieve beoordeling ervan.
- sociale faalangst vloeit voort uit de angst om afgewezen te worden op sociaal gedrag of om negatief beoordeeld te worden door groepen die belangrijk zijn jou, zoals bv. de vriendengroep, de klasgenootjes, de ouders.
- motorische faalangst komt voor wanneer je bang bent om te mislukken bij het uitvoeren van lichamelijke handelingen en dus negatief beoordeeld zal worden door anderen. Dit kan zowel om de grove motoriek als om de fijne motoriek gaan.
Faalangst heeft een invloed op verschillende niveaus van functioneren:
- denken: tunnel denken (enkel het moeilijke zien), negatief zelfbeeld, nooit fier op prestaties (succes wordt toegeschreven aan externe factoren, mislukking aan interne factoren)
- voelen: lichamelijke klachten zoals maag- en buikpijn, hoofdpijn etc.
- doen: focus op wat niet lukt. Actieve faalangst: inefficiënt (want denken aan mislukking) maar veel studeren zonder ontspanning. Passieve faalangst: vermijden van inspanning
De aanpak van faalangst ligt dan ook op de 3 niveau’s van functioneren.
- Denken
- Leren anders denken: leren sturing geven aan je gevoelens en gedachten die een opdracht meebrengen, leren onproductieve gedachten en gevoelens (die spanningen en stress meebrengen) opsporen en vervangen door helpende gedachten, zoeken naar verklaringen voor succes en mislukking met de nadruk op je eigen aandeel in het succes (interne attributie).
- Werken aan het zelfbeeld: bv. kwaliteitenspel, zelfportret, rollenspel, …
- Leren ankeren: we zoeken naar positieve ankers. Een voorwerp, een herinnering dat met positieve, blije gevoelens te maken heeft, met succesgevoelens beladen is. Mag je dat voorwerp tijdens de toetsen ook op zijn bank liggen hebben?
- Psycho-educatie: Wat is faalangst?
- Voelen
- Ademhalings– en ontspanningsoefeningen om te werken aan lichamelijke rust
- Mindfullness
- Doen
- Leren leren: je krijgt concrete studietips (planning, timemanagement, prioriteiten stellen, een toets leren oplossen …)
- Samen taken inoefenen: samen oefenen en erbij stilstaan dat mislukken mag.
- Leren omgaan met mislukking: het is belangrijk dat je ook leert dat je nog niet alles kan, maar dat het belangrijk is om dingen die moeilijk zijn in te oefenen zodat dit beter gaat nadien.